Deel 25 Harlindis en Relindis: Benedictus van Nursia (ca. 480-550), patroonheilige van Europa1/9/2021 ![]() Tot diep in de achtste eeuw waren de bisdommen in het Westen zeer uitgebreid en er waren nauwelijks parochiekerken. De bisschoppen werden genomen uit de aanzienlijke geslachten en hadden vooral oog voor materiële rijkdommen. Koninklijke en vrijgevige beschermheren stichtten op het platteland kloosters. De bewoners van die kloosters, de monniken, werden soms hovelingen en bisschoppen, soms ook missionarissen. De beroemdste kloosterregel in het Westen is die van het heilige Benedictus, die in 480 uit welgestelde ouders werd geboren in Nursia, een stadje ten noordoosten van Rome. Zijn opvoeding ontving hij in Rome. Het kluizenaarsbestaan boeide hem. Eerst trok hij zich terug in het Sabijnse gebergte, daarna in een verlaten streek, dichtbij Subiaco, waar hij opgesloten leefde in een bijna ontoegankelijke grot. Gedurende drie jaar leefde hij daar afgesloten van de wereld. Een andere monnik, Romanus, voorzag hem van voedsel door middel van een mand, die hij neerliet aan koord. Toch bleef hij niet onopgemerkt. Monniken van het convent van Vicovaro, daar dicht in de buurt, vroegen hem hun overste te willen worden. Benedictus stemde toe. Zijn veeleisendheid en gestrengheid waren evenwel zo groot, dat de monniken in opstand kwamen. De overlevering meldt dat ze hem een beker met vergiftigde drank aanboden. Toen het kruisteken erover gemaakt werd, sprong de beker uiteen. Benedictus trok zich opnieuw terug in eenzaamheid. Van alle kanten kwamen kandidaten zich echter bij hem voegen. Hij verdeelde ze in groepjes van twaalf onder een prior. Zelf belastte hij zich met de leiding van het geheel en met de coördinatie. Een jaloerse, misdadige priester zette het project op de helling. Opnieuw ruimde Benedictus het veld, maar dit keer nam hij enkele monniken met zich mee. Een rijke Romein schonk hem een terrein in Monte Cassino. Met een groep leerlingen vestigde Benedictus zich daar in 529 en stichtte een gemeenschap van monniken, die hij tot zijn dood in 547 zou leiden. Voor deze monniken stelde hij zijn Regel op, een boekje van drieënzeventig meestal korte hoofdstukken. Zelf noemde hij dit boekje een bescheiden regel voor beginnelingen. Benedictus wilde van zijn abdij een echte christelijke familie maken, een hemelse gemeenschap. De abt was er de vader, de monniken elkaars broeders. Om deze familie te realiseren legden de monniken zich toe op de conversio morum (dagelijks verbeteren van levenshouding en gewoonten), de oboedientia sub abbate (gehoorzaamheid aan de abt) en de stabilitas loci (standvastig blijven op één plek). In het gebed ging het goddelijk officie, het getijdengebed, boven alles. Het werd verricht in gemeenschap, zoals trouwens alle andere bezigheden: werk, maaltijd en nachtrust. Wanneer de communiteit zich uitbreidde, dan liet de abt zich bijstaan door een praepositus (beheerder, later een prior) of door seniores die elk onder zijn leiding zorg droegen voor een tiental monniken. De H. Benedictus stelde een evenwichtige kijk op de dingen met veel zin voor het concrete in de plaats van het verwarde en rommelige religieuze leven van zijn tijd. Hij spoorde de monnik aan tot maat en evenwicht in zijn zoektocht naar God, in gebed en werk (ora et labora). Vooral dat werk was in die tijd een doorbraak. Immers werk was voorbehouden aan slaven en lijfeigenen. De adel en de geestelijkheid werkten niet. Wanneer nu Benedictus niet alleen studie, maar ook werk voorschreef naast gebed, vroeg hij daarmee van zijn monniken een houding van de minste der mensen; zij waren vaak van adellijke afkomst en voor hen was werken beneden hun rang en waardigheid. De Regel van Benedictus was zo gematigd en evenwichtig, dat hij leefbaar en levenskrachtig was op andere plaatsen en in andere tijden. In de achtste eeuw had de Benedictijnse Regel het gewonnen van de Keltische en Gallische monastieke idealen. Toch betekende deze ‘overwinning’ geen zegevierende opmars van het monastieke kloosterwezen: in de zevende en achtste eeuw werden de meeste kloosters in het Westen immers verwoest door de invallen van de Longobarden, de Arabische strooptochten en de barbaarse strijd tussen Austrasië en Neustrië (715-718), waarna Karel Martel de alleenheerschappij kreeg in het Frankische Rijk. In de negende eeuw trachtte monastiek Europa zijn wonden te helen, maar de invallen van de Denen en de Saracenen vernietigden het resultaat van alle inspanningen. Kloostergemeenschappen die niet op Benedictus teruggingen, maar bijvoorbeeld op Ierse abten, verruilden vaak in de loop der tijden hun meestal veel rigoureuzer regel voor die van Benedictus. Diens regel bleek in de praktijk het best het evenwicht te bewaren tussen theorie en praktijk, tussen zelfheiliging en naastenliefde, tussen activiteit en contemplatie, tussen praktisch organisatievermogen en wijsheid. In 1964 benoemde paus Paulus VI hem tot patroon van Europa. Paus Pius XII had hem in 1957 reeds uitgeroepen tot patroon van de grotten- en holenonderzoekers. Daarnaast wordt hij van oudsher aangeroepen door koperslagers en kopergieters. Dat gaat terug op de legende dat er bij de bouw van Monte Cassino een vuurspuwend afgodsbeeld opgegraven werd; op een gebed van de heilige hield het op. Vandaar dat koperslagers en met vuur werkende kopergieters hem als patroon kozen. Op grond van de gebeurtenissen in zijn leven werd hij patroon tegen vergiftiging en tovenarij. Zijn voorspraak wordt ingeroepen tegen nierstenen, lepra, gordelroos en ontstekingen. Ook werd hij patroon van de schoolkinderen. De heilige Benedictus, wiens feestdag valt op 11 juli, wordt vaak afgebeeld als abt (soms met puntmuts, vaak met staf); gekleed in het zwarte Benedictijner habijt; met een raaf die een stuk brood in zijn bek heeft (volgens de legende zou het een raaf geweest zijn die het vergiftigde brood dat voor hem bestemd was, bij hem weghaalde); dikwijls ook met zijn heilige zus Scholastica; een enkele keer met een doornstruik (volgens zijn levensbeschrijving zou hij op een moment dat hij sterk werd bekoord tegen de onkuisheid zich naakt in een doornstruik hebben rondgewenteld om zo de bekoring eens en voorgoed de baas te zijn). Roger Janssen, kruisheer pastoor-moderator pastorale eenheid Harlindis en Relindis - Maaseik
0 Comments
Leave a Reply. |
NieuwsLangs deze weg willen we u informeren over wat er leeft in onze parochies. (Her-)Abonneren
Dossiers
All
Archieven
May 2023
|