In de vroegste christengemeenten volgde de rituele viering van de eucharistie op een agapè, een liefdesmaal dat door de lokale christenen gezamenlijk genuttigd werd in een bijruimte van een private woning. Vanaf de tweede eeuw was agapè verdwenen. De viering van de eucharistische geheimen had plaats ofwel in privéwoningen, ofwel op de graven van de martelaren, meestal in de vroege zondagochtend. Nadat de christenvervolgingen onder keizer Constantijn beëindigd werden, vonden de vieringen later op de voormiddag plaats en verplaatste de viering zich van kerkhof en familiewoning naar de basilica.
Het Griekse eucharistein betekent danken; eu betekent goed en charis betekent geschenk. De eucharistie is dankzegging voor een grote gave, namelijk de gave van het lichaam van Christus. Juist door de eucharistie wordt de verbondenheid van christenen met elkaar en met God duidelijk. Zoals Jezus vroeger zijn vriendschap deelde met zijn vrienden/leerlingen, zo delen de christenen nu de vriendschap met elkaar en met God. Jezus Christus is gestorven en begraven, daarna verrezen en bij God opgenomen. Door de eucharistie danken christenen God voor de belofte dat mensen niet door de dood verloren zullen gaan, maar dat God alle mensen een naam geeft en hen niet vergeet. Christenen geloven dat ze in handen van God leven en dat hij hen beschermt waar nodig. Zij geloven dat zij na de dood door God zullen worden opgenomen, zoals ook Jezus is opgenomen in de hemel. Dit is het nieuwe verbond, dat christenen vieren en beleven, een verbond van eenheid in Christus en van eenheid met de kerkelijke hiërarchie (paus, bisschoppen, priesters en diakens). Niet alleen belangrijk is dat de tekenen van brood en wijn, lichaam en bloed van Christus worden: ook de deelnemers worden veranderd. Door de eucharistie worden de deelnemende gelovigen verenigd met de Heer en worden zo tot volk van God. Het gaat dus om vereniging met de Heer, om later, in het gewone leven, de Heer uit te dragen. Men ontvangt het Lichaam van Christus (de hostie) om zijn lichaam (kerk) te worden. Vanaf de vijfde-zesde eeuw werd het altaarsacrificie misoffer genoemd. Tevoren sprak men van de fractio panis, het breken van het brood, of van de eucharistie of dankzegging. Het woord mis komt van de slotformule ite missa est. Het middendeel van de mis, van de praefatio tot het pater noster, was in de zesde eeuw bijna woordelijk hetzelfde als tegenwoordig. Ook de transsubstantiatie of de wezensverandering van brood en wijn in lichaam en bloed van Christus werd al vroeg algemeen aanvaard. Ze werd officieel geformuleerd op het concilie van Nicea in 787; Tot de twaalfde eeuw gingen de gelovigen ter communie met brood én met wijn. Later werd het gebruikelijk alleen de hostie te nuttigen. Het woord hostie komt van het Latijnse hostia, dat offer betekent. De hostie staat symbool voor het lichaam van Christus. Want Hij heeft zich geofferd voor de mensheid door te sterven aan het kruis. Tijdens de Katholieke mis deelt de priester de hostie uit aan de gelovigen. Hosties bestaan uit zuivere bloem met water. Ze worden volgens pauselijke voorschriften gemaakt. Roger Janssen, kruisheer pastoor-moderator Harlindis en Relindis-Maaseik
0 Comments
Leave a Reply. |
NieuwsLangs deze weg willen we u informeren over wat er leeft in onze parochies. (Her-)Abonneren
Dossiers
All
Archieven
February 2024
|