Link naar de Codex Eyckensis
|
De Codex Eyckensis, een 8ste-eeuws evangelieboek bewaard in de Kerkschat van Maaseik, is een uitzonderlijke getuige van de bijzondere status van het geschreven woord, de vroegste artistieke creaties in manuscripten en de religieuze cultuur in de Lage Landen. Het is het oudste verluchte ‘boek’ ontstaan en bewaard in de wijde regio van België, Nederland en Luxemburg. Deze vroeg Karolingische codex werd omstreeks 760 vervaardigd bij de aanvang van de kerstening van het Europese vasteland vanuit Angelsaksisch gebied en bij de verspreiding van de schriftcultuur.
Het Bijbelboek werd vermoedelijk geschreven in het scriptorium van de Abdij van Echternach en verplaatst naar de Abdij van Aldeneik door de heilige Willibrordus. Het handschrift werd er bewaard en vereerd, binnen de cultusverering van de heiligen Harlindis en Relindis. De Codex Eyckensis wordt sinds 1571, na zijn eerste verblijfplaats in de Abdij van Aldeneik, bewaard in de crypte van de Sint-Catharinakerk in Maaseik (in Noordoost-België).
|
Info |
By Kleon3 (Own work) [CC BY-SA 3.0 (http://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0)], via Wikimedia Commons
|
Boekband
Meer details over de 15de-16de eeuwse boekband van de Codex Eyckensis
In het archief van de Sint-Catharinakerk te Maaseik is een donkerbruine lederen boekband aangetroffen met houten platten (fig. 1-4). De boekband is versierd met diverse drievoudige filetlijnen (rechthoek en diagonaal) en kleine blindstempels, zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde. Stilistisch gezien kan dit soort boekband gedateerd worden in de 15de-16de eeuw.
In het archief van de Sint-Catharinakerk te Maaseik is een donkerbruine lederen boekband aangetroffen met houten platten (fig. 1-4). De boekband is versierd met diverse drievoudige filetlijnen (rechthoek en diagonaal) en kleine blindstempels, zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde. Stilistisch gezien kan dit soort boekband gedateerd worden in de 15de-16de eeuw.
Fig. 1-2: Lederen band versierd met filetlijnen en blindstempeltjes, met opschrift aan de binnenzijde (© Rik Nulens)
Tijdens de restauratie tussen 1988 en 1994 is er een lang debat geweest over de nieuwe inbinding van de codex. Men had toen immers geen kennis van bovenstaande boekband. Daarom werd op dat ogenblik gekozen om het handschrift in te binden op basis van de oudste drie bindgaten, die mogelijk verwijzen naar een nog oudere inbinding in de 12de eeuw.
De afmetingen van de boekband zijn: 19cm B x 28.8cm H, terwijl deze van de huidige Codex Eyckensis: 18.3cm B x 24.4cm H bedragen. In 1957 zou restaurateur Karl Sievers het manuscript afgesneden hebben voor of na het plastificeren van de folio’s. Dit zou betekenen dat hij in de breedte niets of heel wat minder heeft afgesneden dan in de hoogte, vermoedelijk in functie van het behoud van de tekst en de afbeeldingen.
De bruine lederen kaft wordt stilistisch gedateerd in de 15de-16de eeuw, precies rond het tijdstip van de translatio tussen Aldeneik en Maaseik, namelijk 1571. Mogelijk zijn de handschriften, Codex A en Codex B, samengebonden in de bruine lederen kaft tussen 1571 en 1647, toen de Codex Eyckensis werd opgeborgen in één van de reliekkisten van Harlindis en Relindis.
Aan de binnenzijde van de boekband is er een klein stukje perkament met het opschrift in kalligrafie ‘Liber Evangeliorum scriptus a SS Virginibus’.
De afmetingen van de boekband zijn: 19cm B x 28.8cm H, terwijl deze van de huidige Codex Eyckensis: 18.3cm B x 24.4cm H bedragen. In 1957 zou restaurateur Karl Sievers het manuscript afgesneden hebben voor of na het plastificeren van de folio’s. Dit zou betekenen dat hij in de breedte niets of heel wat minder heeft afgesneden dan in de hoogte, vermoedelijk in functie van het behoud van de tekst en de afbeeldingen.
De bruine lederen kaft wordt stilistisch gedateerd in de 15de-16de eeuw, precies rond het tijdstip van de translatio tussen Aldeneik en Maaseik, namelijk 1571. Mogelijk zijn de handschriften, Codex A en Codex B, samengebonden in de bruine lederen kaft tussen 1571 en 1647, toen de Codex Eyckensis werd opgeborgen in één van de reliekkisten van Harlindis en Relindis.
Aan de binnenzijde van de boekband is er een klein stukje perkament met het opschrift in kalligrafie ‘Liber Evangeliorum scriptus a SS Virginibus’.
Fig. 3: Handschrift op stukje perkament/papier in oude bruine lederen boekband (© Rik Nulens)
Archeoloog, kunstliefhebber en verzamelaar Joseph Gielen leefde van 1819 tot 1907 en speelt een belangrijke rol in dit verhaal. Hij was aanwezig bij de opening van de reliekkisten op 2 september 1867. Bij deze opening waren de twee manuscripten al niet meer in de kisten aanwezig ( ‘Procès-Verbal de l’ouverture des deux châsses des Stes Harlinde et Relinde’ in : J. Gielen, Promenade à l’église romane d’Alden-Eyck, Liège, Imp. J. Waroux, Deuxième Ed., 1871, pp. 23-25).
De twee boeken waren enige tijd eerder - op 19 juli 1841- ‘teruggeschonken’ aan de Sint-Catharinakerk door een familielid (uit Bree) van pastoor-deken en kanunnik Leonard Willem Clemens de Borman. Hij was pastoor-deken van Maaseik tijdens de Franse overheersing, toen alle kerkelijke goederen opgeëist werden. Hij overleed in 1824. (Document bewaard in archief KF Maaseik)
Joseph Gielen heeft de Codex Eyckensis aldus gekend in de 15de-16de -eeuwse boekband. Hij kende het belang van dit handschrift en trachtte de folio’s van het manuscript te sorteren in zijn sorteerschrift. Ook dit schrift werd op 8 februari ontdekt.
Nu is het aan Prof. Lieve Watteeuw en haar team om dit ontbrekende stuk in de geschiedenis van de Codex Eyckensis verder te bestuderen.
De twee boeken waren enige tijd eerder - op 19 juli 1841- ‘teruggeschonken’ aan de Sint-Catharinakerk door een familielid (uit Bree) van pastoor-deken en kanunnik Leonard Willem Clemens de Borman. Hij was pastoor-deken van Maaseik tijdens de Franse overheersing, toen alle kerkelijke goederen opgeëist werden. Hij overleed in 1824. (Document bewaard in archief KF Maaseik)
Joseph Gielen heeft de Codex Eyckensis aldus gekend in de 15de-16de -eeuwse boekband. Hij kende het belang van dit handschrift en trachtte de folio’s van het manuscript te sorteren in zijn sorteerschrift. Ook dit schrift werd op 8 februari ontdekt.
Nu is het aan Prof. Lieve Watteeuw en haar team om dit ontbrekende stuk in de geschiedenis van de Codex Eyckensis verder te bestuderen.