​Op 14 juni 1914 werd de grot van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes opgericht tegen de blinde muur van de nieuwe sacristie. Volgens  De Maas- en Kempenbode ‘was het de aannemer J.B. Moens uit Evere, bij Brussel, die deze grot in een paar weken, tegen zeer matigen prijs bouwde…’

​Deken Petrus Drijkoningen (1888-1917) bestelde in 1903 het mechanisch uurwerk bij de firma Alph. Beullens & Co uit Leuven voor 1200 francs. Het werd in de toren geïnstalleerd in de ruimte achter het orgel en verbonden met de wijzerplaten. Ruim een halve eeuw, tot aan Expo ’58, is het in werking gebleven. Nieuwe toepassingen van de elektrische energie kwamen in de plaats van de klassieke mechaniek.

Frans Nicolas (1826-1894) begon in 1850 met glasschilderen. In 1855 stichtte hij in zijn geboortestad Roermond een atelier voor gebrandschilderd glas. Door de samenwerking met architect Pierre Cuypers kreeg Nicolas veel opdrachten voor nieuwe kerkbeglazing. Het bedrijf groeide weldra uit tot het grootste van Nederland. Door de toegenomen vraag naar gebrandschilderd glas kreeg het atelier spoedig een fabrieksmatige opzet met een ver doorgevoerde arbeidsdeling.