Met het Evangelie als leidmotief beogen de religieuzen een bijzondere invulling van de liefde tot God en tot de medemens. De meeste groeperingen kiezen voor drie geloften: armoede, celibaat en gehoorzaamheid; sommigen hanteren ook nog een vierde gelofte. Hoewel religieuze instituten vaak ontstaan als reactie op wantoestanden binnen de Kerk of maatschappelijke noden, moeten ze toch door de hiërarchische Kerk erkend en bevorderd worden met het oog op een weldadige werking binnen de christelijke gelovige gemeenschap.
Enkele zeldzame uitzonderingen daargelaten werd een kloosterregel opgesteld door de eerste generatie. Als hij nieuw geformuleerd werd, was hij erop gericht om de impuls helder in het licht te stellen, die de oorsprong van de groep articuleerde. Als hij van elders werd overgenomen, omschreef hij trouw de grondlijnen van de oorspronkelijke inspiratie. Niet iedereen die dat wilde, was in staat een regel op te stellen. Het ging erom grondinspiraties reliëf te geven, zonder ze te verstikken of te verzwaren door allerlei detailpunten op het vlak van de groepsstructuren of van het dagelijks functioneren van de leden. Van belang waren ook de opbouw van de interne regelingen en de precisering van de details van iedere dag zonder ze te verzachten met vrome formules en zonder ze te verdoezelen ten voordele van de charisma's. Basilius van Caesarea (ca. 330-379), de vader van het Oosterse monastieke leven, omzeilde die klip door een grote regel op te stellen, die in vijfenvijftig hoofdstukken de belangrijkste thema's en de levenshouding van de kloosterlijke inspiratie beschreef. Daarnaast stelde hij een kleine regel op, die in driehonderddertien paragrafen de onmisbare elementen van structuur, organisatie en wetgeving toelichtte. De Regel van Basilius was een verzameling van zijn antwoorden op vragen over het ascetische leven. Vandaar de nauwkeurigere oorspronkelijke naam: Asketikon. Hij beperkte zich tot het vastleggen van onbetwistbare principes die de superieuren en monniken begeleidden in hun gedrag. Hij oriënteerde zijn monniken naar de Heilige Schrift: in zijn ogen was de Bijbel de basis van alle kloosterwetgeving, de ware Regel. De vragen hadden betrekking op de deugden die de monniken dienden te beoefenen en de ondeugden die ze moesten vermijden. Armoede, gehoorzaamheid en zelfverloochening waren de deugden die Basilius aan de basis legde van het kloosterleven. De Regel van de Ierse monnik Columbanus (540-614) bepaalde het leven in een groot aantal kloosters in Engeland, Gallië en Noord-Italië. Hij stichtte verschillende abdijen waaronder Luxeuil en La Voivre. Hij schreef voor deze gemeenschappen strenge kloosterregels (Regula monachorum en Regula coenobialis) en een boeteboek (poenitentiale). Deze regels werden in de negende eeuw vervangen door de Regel van Benedictus. Het typisch Ierse ascetische ideaal van de peregrinatio pro Christo volgend (pelgrim worden voor Christus) verliet Columbanus op ongeveer vijftigjarige leeftijd Ierland om met twaalf gezellen missionair werk te gaan verrichten op het Europese continent. Omstreeks 590 landden zij op de Bretoense kust. Welwillend ontvangen door de koning van de Franken vroegen ze om een stukje onontgonnen land. Ze kregen de oude Romeinse vesting van Annegray, die allang door het bos was bedekt. Op de ruïnes bouwden zij hun eerste klooster. Het gerucht over eremieten uit den vreemde, die een leven van gebed leidden in grote gestrengheid, die huizen bouwden en het land bewerkten, verspreidde zich heel snel en trok boetelingen aan. Al gauw was een tweede klooster nodig. Het werd op enkele kilometers daarvandaan gebouwd, op de ruïnes van een oude thermale stad, Luxeuil. Het klooster zou later het centrum worden van de monastieke en missionaire uitstraling van de Ierse traditie op het Europese continent. Een derde klooster werd in Fontaine gesticht, op een uur loopafstand naar het noorden. Bijna twintig jaar lang leefde Columbanus in Luxeuil. Hier schreef hij voor zijn volgelingen zijn kloosterregel. Het is de enige oude Ierse monnikenregel die wij bezitten. Eveneens schreef hij in Luxeuil De poenitentiarum misura taxanda (over de te houden maat bij de boete), waarmee hij op het continent de herhaaldelijke privé-biecht en boete invoerde. Die boete werd ook wel de getarifeerde boete genoemd vanwege de vastgestelde verhouding tussen de zwaarte van de zonde en het soort van de door de biechtvader opgelegde boete. Na een conflict met het koningshuis omwille van de overspelige relaties van de vorst werden Columbanus en de Ierse monniken in 610 uit Luxeuil verdreven. Ze werden op kosten van de Frankische koning ingescheept naar Ierland. Maar het schip liep niet ver van het strand aan de grond en de kapitein, die daarin een teken zag van de hemel, zag van de onderneming af en bracht, uit vrees door God vervloekt te worden, de monniken terug naar het vasteland. In plaats van terug te keren naar Luxeuil, besloten dezen de Allemannen te gaan evangeliseren. Veel succes boekten ze echter niet. Kort daarna stak Columbanus met zijn leerlingen de Alpen over. Slechts één monnik bleef achter, Gallus (+ ca. 640). Uit zijn kluis zou zich later de beroemde abdij Sankt Gallen in Zwitserland ontwikkelen. In Italië werd Columbanus welwillend onthaald door de Longobardische koning, die hem omstreeks 612 een terrein toewees in Bobbio, in de vallei van de Trebbia. Columbanus stichtte er een nieuw klooster. Hij stierf op 23 november 615. De heilige Columbanus riep op tot bekering en tot onthechting van de aardse goederen met het oog op de eeuwige erfenis. Met zijn ascetisch leven en zijn compromisloos gedrag ten aanzien van de corruptie van de machtigen van zijn tijd, deed hij denken aan Johannes de Doper. Hij was een onvermoeibare bouwer van kloosters en een onverbiddelijke boetepredikant. Roger Janssen, kruisheer pastoor-moderator pastorale eenheid Harlindis en Relindis - Maaseik
0 Comments
Leave a Reply. |
NieuwsLangs deze weg willen we u informeren over wat er leeft in onze parochies. (Her-)Abonneren
Dossiers
All
Archieven
May 2023
|