Wie de deur gesloten houdt, verbreekt het contact. Als het maar voor even is, kan het geen kwaad de deur te sluiten. Maar als het langer duurt, dreigt de keten van verbondenheid te verduren en te breken.
De deur van je huis dag en nacht gesloten houden kan duiden op teleurstelling, angst en misschien ook op nare ervaringen. De toegang ontzeggen is een afwijzen van alles en van iedereen die zich meldt, van iedereen die binnen wil komen. Op slot zitten is beperkt zijn of het worden, het komt neer op je niet meer kunnen of willen uiten, niet meer naar buiten kunnen treden omdat er iets in je geknakt is en de moed je ontbreekt om contacten te leggen en te doen alsof er niets gebeurd is. Wie de deur gesloten houdt, verbreekt het contact. Als het maar voor even is, kan het geen kwaad de deur te sluiten. Maar als het langer duurt, dreigt de keten van verbondenheid te verduren en te breken. Zoals de zon mensen naar buiten lokt en zaden doet ontkiemen, zo bevrijdend werkt een sleutel op een gesloten deur. Soms helpen professionele hulpverleners om die sleutel te zoeken, in het slot te plaatsen en de deur te openen. Vaak echter helpen de mensen die ons het meest nabij zijn om die drie levensnoodzakelijke bewerkingen uit te voeren. Zij moedigen ons aan, blijven bij ons waken, helpen ons bij het zoeken en blijven geloven dat achter onze geslotenheid een mooi en waardevol mens schuilgaat. Sommige sleutels passen niet in het slot. Geen twee mensen zijn immers gelijk, geen twee sleutels zijn identiek. Maar alle sleutels die de mensen die met ons begaan zijn ons helpen vinden, beogen hetzelfde, met name een deur op het leven openen, openstaan voor andere mensen, onszelf uiten en waarmaken, gedragen worden door mensen die om ons geven, enz. Zo kunnen wij anderen helpen om binnen de kring van mensen te blijven ondanks brute pech, traumatiserende ervaringen, vernietigende oordelen en vermaledijde uitspraken. Dat beluisteren we in het evangelie van de tweede paaszondag. Thomas was verstoken gebleven van een ervaring die grenst aan het onmogelijke, namelijk dat er zelfs leven ontstaat vanuit de dood. De goede voorganger Jezus, in zijn aardse leven zo vol van het herstellen van wat gebroken was, zo vol van steeds maar weer een nieuw begin maken, die Jezus liet niemand los, ook al was hij gedood. Zelfs nu reikte hij de sleutel aan van samen te mogen blijven. Thomas was getraumatiseerd, lamgeslagen door de verschrikkelijke dood van Jezus. Een deur was dichtgeslagen, in het slot gevallen, hij wilde ze niet meer kunnen openen, want alles was toch op niets uitgelopen, op het eeuwige niets: de dood. Thomas kwam tot verbondenheid. Hij bleef in de kring doordat hij zijn rouwen kon laten horen, kon vertellen over de afschuwelijke werkelijkheid die hij niet kon verloochenen. En kijk, de invloed van Jezus bleef zelfs dan doorgaan, indringender zelfs, wezenlijker. Thomas' deur geraakte weer van slot en ging wijd open staan. Thomas wist de levende Jezus aanwezig in zijn handelen. Ieder van ons mag Thomas bij tijd en wijle zijn. De deur naar het volle leven is voor iedereen voor altijd van slot gemaakt, door die Ene. Wat ons misschien intrigeert in dit verhaal is de manier waarop Jezus is binnen geraakt in de verblijfplaats van de leerlingen. Alles was immers potdicht en gesloten. We stellen ons allerlei vragen over hoe Jezus binnen geraakt in een mens? Het binnentreden bij een mens is voor Jezus wellicht heel wat moeilijker dan binnenkomen in een gesloten huis. Daarvan is Thomas, en zijn ook wij vaak getuigen. Nochtans, waar de verrezen Heer mag binnentreden, verandert het leven, verandert de mens. Dat zagen we reeds tijdens Jezus aardse leven. Waar Jezus binnen mag, verandert alles: een blinde wordt ziende, een dode wordt weer levend, enz. We zouden kunnen zeggen dat al die wonderen die Jezus tijdens zijn leven heeft voltrokken aan zoveel mensen, hij na zijn dood ook heeft moeten volgtrekken aan zijn leerlingen. Hij heeft hen moeten bevrijden van hun angst, hun ongeloof, hun dood-zijn. Toen Thomas zich openstelde voor de verrezen Heer, toen deze bij hem binnen mocht, veranderde zijn leven totaal. Waar mensen zich openstellen voor de verrezen Heer, worden ze van binnenuit veranderd. Dit vinden we terug in de Handelingen van de Apostelen 4, 32-35: Allen die het geloof hadden aangenomen waren eensgezind en bezaten alles gemeenschappelijk. Ze waren gewoon hun bezittingen en goederen te verkopen en die onder allen te verdelen naar ieders behoefte. Als men zijn verblijfplaats opent voor de verrezen Heer, opent men ze tegelijk voor zijn medemensen. In de eucharistie wil de verrezen Heer bij ons aanwezig komen in brood en beker Vragen we ons niet te veel af: hoe kan dat, hoe is dat mogelijk? Ook wij willen misschien eerst zien en dan geloven, terwijl Jezus zegt: eerst geloven, dan ga je de dingen anders zien, dan worden er ook dingen mogelijk die anders onmogelijk zijn. Het is maar goed dat we ieder jaar Pasen vieren. We noemen het een paasfeest, maar at dit een feest kan zijn, komt niet zomaar aanwaaien. Er gaat veel duisternis aan vooraf, want Pasen is doorgang door de dood en het dodende heen. Pijn, verdriet en verlatenheid hebben het laatste woord niet. Zo ervaren wij het na verloop van tijd ook wanneer mensen die wij liefhebben van ons zijn heengegaan. Natuurlijk, de littekens zijn wel te zien, maar de schoonheid van wie we missen, wordt alleen maar mooier, sterker en geeft ons leven een diepte mee die amper te verwoorden is. Het graf is leeg. Hij of zij is daar niet meer te vinden, dat klopt, want het gaat niet om zijn of haar lichaam, maar om wie hij of zij blijvend is welke uitstraling en kracht nog voelbaar is in ons hart en in het leven. Het leven gaat door... hier, maar ook bij de Levensbron, waar niemand greep op heeft. De Heer, onze voorganger Jezus, is waarlijk opgestaan! Roger Janssen, kruisheer pastoor-moderator pastorale eenheid Harlindis en Relindis - Maaseik
0 Comments
Leave a Reply. |
NieuwsLangs deze weg willen we u informeren over wat er leeft in onze parochies. (Her-)Abonneren
Dossiers
All
Archieven
February 2024
|