Jezus zei tegen Nikodemus: "De Mensenzoon moet omhoog worden geheven, zoals Mozes eens de slang omhoog hief in de woestijn, opdat eenieder die gelooft in Hem eeuwig leven zal hebben. Zozeer immers heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat al wie in Hem gelooft niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben. God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gezonden om de wereld te oordelen, maar opdat de wereld door Hem zou worden gered. Wie in Hem gelooft, wordt niet geoordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de Naam van de eniggeboren zoon van God. Hierin bestaat het oordeel: het licht is in de wereld gekomen, maar de mensen beminden de duisternis meer dan het licht, omdat hun daden slecht waren. Ieder die slecht handelt, heeft een afschuw van het licht en gaat niet naar het licht toe uit vrees dat zijn werken openbaar gemaakt worden. Maar wie de waarheid doet, gaat naar het licht, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet." (Johannes 3, 14-21)
Overweging - van donker naar licht We staan midden in een periode van overgang. De oude tijd, waarin we dachten dat het leven van God komt en bij ons overlijden weer aan God wordt teruggegeven, verliest steeds meer terrein op de nieuwe tijd, waarin het leven van de vier seizoenen allesbepalend wordt. We leven als kind, jongvolwassene, oudere-volwassene en tenslotte als ouderling. We worden geboren als gevolg van een keuze van onze ouders. Er zijn soorten gezinnen waarin we kunnen opgroeien: traditioneel of tweeoudergezin, gezin met meer dan twee generaties, eenoudergezin, nieuw samengesteld gezin, homogezin, adoptiefgezin, pleeggezin... Onze jeugdjaren worden in verschillende etappes doorlopen. Maar eens we zowat zevenentwintig jaar oud geworden zijn, mogen we de overstap wagen naar een carrière in de wereld, die vier decennia in beslag zal nemen. Bij de start ervan zitten we boordevol ambities, idealen en dromen, die later voor velen van ons bedrog blijken te zijn, nadat we kennis hebben gemaakt met tal van donkere kanten van de mens en van de wereld. Moe gestreden willen we uiteindelijk van onze carrière afscheid nemen en aan een nieuwe jeugd beginnen, zij het dan in een seniorenlichaam. Weer nieuwe zorgen bedreigen ons dan over onze gezondheid, onze kinderen en kleinkinderen, de dreigende aftakeling en de vraag waarom het allemaal zo vlug gaat en is gegaan. Zo worden we ook gewaar, dat we voor heel wat levensvragen op onze honger zijn blijven zitten. Want onderweg hebben we onszelf allerlei vragen gesteld: wie we zijn, waarom we zo zijn en niet anders, waaraan we alles wat ons overkomt te danken hebben, wat ons nog te wachten staat, of we al die verantwoordelijkheden wel aankunnen, welke gevaren om de hoek kijken en ga zo maar door. Teleurgesteld nemen steeds meer jongeren, volwassen en oude mensen in stilte en alleen afscheid van het leven. Kan het geloof, kan de zondagse liturgie, kan de Kerk, vragen we ons dan af, niet wat meer hulp bieden bij de invulling van onze zingevingsvragen? Steeds minder mensen geloven in God, almaar minder mensen laten hun kinderen dopen, huwen kerkelijk en kiezen voor een kerkelijke uitvaart. De meesten hopen nog wel op een vervolg van hun leven nadat ze gestorven zijn, maar de inhoud van hun leven, hun gevoelens en gedragingen hic et nunc worden er niet door bepaald. Samen door het leven gaan krijgt een tijdelijke dimensie. De eigen keuzes worden hoofdzaak. Bovendien mag men niet te lang blijven stilstaan bij hetzelfde. Veranderen, vernieuwen en loslaten zijn targets van de huidige tijd. Zijn we daar wel klaar voor? Brengen die targets het licht, waarin we zelf oplichten en schitteren? Zijn de mensen vandaag gelukkiger, minder eenzaam, gezelliger, warmer, bekommerd om elkaar, solidair en gastvrij? Voelen en gedragen de mensen zich thans veiliger, minder angstig, vol vertrouwen, tactvol en respectvol? De oude tijd is voorbij. Toch blijven jong en oud zoeken naar antwoorden op hun zingevingsvragen: waarom leven we eigenlijk? Hoe kunnen we zin geven aan ons leven? Hoe kunnen we ook zonder materiële dingen gelukkig zijn? Hoe kunnen we gemoedelijk omgaan met onszelf en met de andere mensen zonder naar de hulplijn te moeten bellen van hulpverleners, therapeuten, geneesmiddelenverstrekkers en andere stress- en ongeluksbestrijders? In de oude tijd hielp de gemeente de mensen bij de materiële en pedagogische gang van zaken en ondersteunde de parochie de mensen op geestelijk en moreel vlak. We leven nu in een wereld van verscheidenheid. Welk licht kan een parochie laten schijnen, waardoor de mensen zich prettiger, geruster, collegiaal en solidair kunnen voelen en hun leven (opnieuw) durven verankeren in de handen van God? Wanneer de dag aanbreekt, vindt de overgang plaats van licht naar donker. Een rabbi vroeg aan zijn leerlingen:' Wanneer begint dan de nieuwe dag?' Eén leerling antwoordde: "Wanneer ik een eik van een palmboom kan onderscheiden." De rabbi antwoordde dat dit niet voldoende was. Een andere leerling opperde: "De dag begint als ik een herdershond van een zwart schaap kan onderscheiden." Ook dat vond de rabbi niet voldoende. Hij verkondigde: "De nieuwe dag breekt pas echt aan wanneer je in het gezicht van de medemens het gelaat van je broeder of zuster ontdekt. Dan is het pas echt dag geworden." Roger Janssen, kruisheer pastoor-moderator pastorale eenheid Harlindis en Relindis-Maaseik
0 Comments
Leave a Reply. |
NieuwsLangs deze weg willen we u informeren over wat er leeft in onze parochies. (Her-)Abonneren
Dossiers
All
Archieven
December 2024
|