Jezus nam Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee een hoge berg op,
waar ze helemaal alleen waren. Voor hun ogen veranderde hij van gedaante, zijn kleren gingen helder wit glanzen, zo wit als geen wolwasser op aarde voor elkaar zou kunnen krijgen. Toen verscheen Elia aan hen, samen met Mozes, en ze spraken met Jezus. Petrus nam het woord en zei tegen Jezus: 'Rabbi, het is goed dat wij hier zijn; laten we drie tenten opslaan, een voor u, een voor Mozes en een voor Elia.' Hij wist niet goed wat hij moest zeggen, want ze waren door schrik overweldigd. Toen viel de schaduw van een wolk over hen, en uit die wolk klonk een stem: 'Dit is mijn geliefde Zoon, luister naar hem!' Ze keken om zich heen en zagen opeens niemand meer, behalve Jezus, die nog bij hen stond. Toen ze de berg afdaalden, zei hij tegen hen dat ze aan niemand mochten vertellen wat ze hadden gezien voordat de Mensenzoon uit de dood zou zijn opgestaan. Ze namen zijn woorden ter harte, maar vroegen zich onder elkaar wel af wat hij bedoelde met deze opstanding uit de dood. (Marcus 9, 2-10) Overweging Niet ver van Jeruzalem leefde een arme man, met zijn vrouw en tien kinderen, in een bouwvallig hutje. De man werkte zich krom om de hongerige magen van zijn kroost te voeden. De opbrengst van zijn noeste arbeid was echter te gering en iedere avond gingen zijn kinderen hongerig naar bed. Op een dag was de man weer hard aan het werk. Opeens stond een lange man in een wit gewaad voor hem. Hij leek uit het niets te zijn verschenen en was in werkelijkheid de profeet Elia. "God heeft besloten", zei Elia, "om je zeven gelukkige jaren te schenken. Wil je dat die nu ingaan of wil je ze bewaren tot aan het einde van het leven?" De arme wist niet goed wat te antwoorden en brabbelde: "Laat mij eerst met mijn vrouw overleggen, voordat ik u antwoord." En hij rende naar huis. Even later keerde hij hijgend terug met de mededeling dat zijn vrouw had gezegd dat het voor hun gezin beter zou zijn wanneer de gelukkige jaren nu zouden aanbreken. "Goed", sprak Elia, "vanaf nu zullen jullie in welvaart leven. Vergeet echter niet dat het geluk maar zeven jaar duurt. Na zeven jaar zal ik je weer bezoeken." Even later ontdekte de arme man een enorme goudklomp. Dolgelukkig toonde hij zijn vrouw zijn vondst. "We zijn rijk", sprak hij, "we kunnen een mooi huis in de stad kopen en nieuwe kleren en hoeven geen honger meer te lijden." Zijn vrouw vroeg hem hoe het dan over zeven jaar zou zijn wanneer al het geld op zou zijn: "Het is beter kleding en voedsel voor onze kinderen te kopen en een lap vruchtbare grond en wat gereedschap. Wanneer we gewoon door blijven werken, zullen we na zeven jaar geen armoede moeten lijden. Het geld dat we overhouden, geven we aan de armen, want ook zij verdienen Gods zegen." Al snel bleek dat de vrouw gelijk had. Het vruchtbare land leverde een rijke oogst op en met de opbrengst ervan konden ze enkele koeien en schapen kopen en een stuk grasland om het vee te laten grazen. De koeien gaven veel melk en de schapen wol en het gezin leefde in welvaart. Altijd echter stond de deur van hun huis open voor arme drommels. Na precies zeven jaar verscheen Elia: "De zeven jaren zijn voorbij", zei hij, "geef mij terug wat je van de opbrengst van het goud hebt overgehouden. En roep uw vrouw, want ik ben benieuwd naar wat zij mij te vertellen heeft." Toen de vrouw verscheen en Elia zag staan in zijn witte kleed, stamelde zij: "Edele weldoener, omdat we het geld besteed hebben aan onze kinderen, aan armen en aan ons bedrijf en omdat mijn man hard is blijven werken, kunnen we u gelukkig het hele bedrag terugbetalen." Bij het horen van die woorden begon de profeet te stralen: "Wees blij dat u gezegend bent met zo'n verstandige vrouw", zei hij tegen de man en tot hen beiden sprak hij: "Wees gelukkig met elkaar en leef ook de jaren die komen in welvaart, want dat is wat jullie hebben verdiend!" Deze vrouw en haar man hadden een warmhartige gedaante aangenomen, gericht als zij waren op het geluk van hun kinderen en hun medemensen. Anderen deelgenoot maken van hun welvaart raakte de kern van hun bestaan en schonk hun de ruimte om vrijuit te leven. Ze werden er door Elia voor beloond. Kijken we nu eens naar onszelf. Als we een fotoalbum openslaan, zien we hoe dikwijls we van gedaante zijn veranderd. Als baby, kind, puber, jongvolwassene en als iemand van vijfentwintig, zestig, tachtig, ... jaar. We zien telkens anders uit. Daarbij gaat het vaak niet alleen om een uiterlijke gedaanteverandering. Iemand die vroeger overkwam als gesloten, bedeesd, introvert, zwijgzaam, kan na jaren veranderd zijn in iemand met een innemend gelaat, vriendelijk, open, lachend, spraakzaam. Of iemand die vroeger streng was, pietluttig de puntjes op de 'i' zette, leefde volgens principes en regels, kan soepel geworden zijn, mild, bereid tot vernieuwing en verandering. We kunnen op allerlei gebieden gedaanteveranderingen ondergaan. Maar wat is dan onze ware gedaante? Onze ware gedaante, de bron van waaruit we leven, komt niet altijd duidelijk naar buiten in het gewone dagelijkse leven. Soms is daarvoor een topervaring of een dieptepunt nodig. De apostelen hebben die topervaring gezien op de berg Tabor en het dieptepunt op die andere berg Golgotha. De berg en de wolk zijn in de Bijbel symbolen voor Gods aanwezigheid. Op de berg zien de drie uitverkoren apostelen Jezus in stralend wit gewaad. Wit, de kleur van de verrijzenis! De profeet Elia en Mozes verschijnen. Elia was de profeet die het volk had bevrijd van afgodendienst en zou terugkomen op het einde der tijden. Mozes had het volk bevrijd uit de slavernij van Egypte en had van God op de Sinaï de Thora (de Wet), gekregen als een wegenkaart om te leven volgens Gods weg. Elia en Mozes onderhielden zich met Jezus. Ze waren als het ware zijn vertrouwelijke bondgenoten. Jezus was de profeet bij uitstek en de lang verwachte Messias. Zijn de drie apostelen anders geworden door het visioen op de berg Tabor? Straks zouden ze getuige worden van Jezus' ontluistering. Daar moesten ze kracht, weerbaarheid voor opbouwen. Maar Petrus zal Jezus verloochenen en de anderen zullen wegvluchten. Maar later, met Pinksteren, komen ze terug. Dan zullen ze Jezus overal verkondigen. Finaal zijn ze anders geworden. Roger Janssen, kruisheer pastoor-moderator Harlindis en Relindis-Maaseik
0 Comments
Leave a Reply. |
NieuwsLangs deze weg willen we u informeren over wat er leeft in onze parochies. (Her-)Abonneren
Dossiers
All
Archieven
May 2023
|